Sint-Catharinakerk

De kerk is toegewijd aan de H. Catharina, een tweede patroon is de H. Sulpitius. Tot in 1846 was de kerk ondergeschikt aan deze van Glabbeek. Toen werd J.L. Cerulis uit Zuurbemde er de eerste pastoor van een zelfstandige parochie.

Koor en kruisbeuk dateren uit de 16de eeuw. De bakstenen muren zijn doorspekt met horizontale zandsteenbanden; de plint is ook in zandsteen. In 1857 werd aan de zuidzijde een sacristie aangebouwd.

Het koor heeft maar één travee met één venster. Op de plaats van het tweede staat de sacramentstoren aangebouwd. De apsis heeft drie traveeën. De neogotische gebrandschilderde ramen zijn rond 1925 geschonken door de familie de la Coste.

De ribgewelven van het koor vloeien samen in een kraagsteen met duif: de H. Geest . Dwarsbeuk en viering zijn in dezelfde laatgotische stijl uitgewerkt. 
Het schip en de toren, neogotisch, zijn in 1863-1864 gebouwd. Het is een éénbeukige kerk zonder pilaren. De vierkante bakstenen toren is aan de westgevel ingewerkt; bovenaan heeft hij vier puntgeveltjes, waartussen een smalle torenspits staat.

Tegen de buitenkant van het voorste, zuidelijke deel van het schip bevindt zich de herdenkingssteen van J.L. Cerulis, van 1846 tot 1878 eerste pastoor van de zelfstandige parochie Zuurbemde.

SACRAMENTSTOREN

De sacramentstoren is 7,15 m hoog, 2 m breed en 70 cm diep. Hij is gemaakt uit steen van Avesnes en wordt toegeschreven aan het atelier van Cornelis Floris de Vriendt (+/- 1514-1576), die ook de bekende sacramentstoren van Zoutleeuw heeft gemaakt.

In gotisch schrift staat op de voet van de toren: "Anno MDLV (1555) doen wert dit werck bestede door Heyndrick Van Halle ende Steven Jordens die doen Kerckmeesters ware van dese Kercke“. Het werk werd geplaatst in 1557. Het is een voorbeeld van Vlaamse Renaissancearchitectuur.

Links en rechts knielen een man en een vrouw met samengevouwen handen. De identificatie van deze personages is onzeker.

Het monument bestaat uit vijf hoofdonderdelen. Boven het bredere voetstuk staat tussen Dorische zuilen en pijlers in een nis een jonge vrouw, die zich over drie kinderen ontfermt : liefde en liefdadigheid.
Boven een bas-reliëf met het laatste avondmaal staat het tabernakel, geflankeerd door vier kariatiden die de “matigheid“, de “gerechtigheid“, de “sterkte” en de "voorzichtigheid" voorstellen. Een bewerkte ijzeren deur sluit het tabernakel af.

Hogerop staat de triomferende Christus met het kruis tussen twee Korinthische zuilen.
Op het vierde plan staan zuiltjes met ertussen een vruchtenkorf. Helemaal bovenaan is het nest van de pelikaan gebouwd.

Deze sacramentstoren is een wonderstuk voor zulk een kleine landelijke gemeenschap.